Denk je dat je klaar ben? Klik op de button hieronder:
Wil je helemaal overnieuw? Klik dan op deze:
Horizontaal |
1. | De laag die zorgt voor aan- en afvoer van stoffen voor het oog.
|
3. | Je ogen liggen goed beschermd in je ____.
|
4. | Ze komen overal in het lichaam voor. Niet prettig, maar wel nodig.
|
8. | Het straalvormig lichaam ligt ____ de lens.
|
9. | Draaien het oog in de gewenste richting.
|
10. | Ander woord voor de iris.
|
13. | Het witte gedeelte van een oog.
|
15. | Plek in je oog waar de oogzenuw het oog verlaat. Hier bevinden zich geen staafjes of kegeltjes.
|
16. | Een oog is voor het grootste deel gevuld met het ____.
|
17. | Achter de iris en de pupil bevindt zich de ____.
|
18. | Liggen onder de huid boven de ogen.
|
|
Verticaal |
2. | Voeren het traanvocht af naar de neus.
|
5. | Regelt de hoeveelheid licht die door de pupil gaat.
|
6. | Bevindt zich tussen het hoornvlies en de iris.
|
7. | Ze verspreiden het traanvocht over de ogen.
|
11. | De waarnemingsorganen die gebruik maken van licht om een beeld door te geven naar de hersenen.
|
12. | Afvoerplek voor traanvocht.
|
14. | Adequate prikkel voor de zintuigcellen in je ogen.
|
|