Denk je dat je klaar ben? Klik op de button hieronder:
Wil je helemaal overnieuw? Klik dan op deze:
Horizontaal |
1. | Plaatsen waar de gezichtsvelden worden vergeleken in de hersenen.
|
3. | Naam van het pigment in de staafjes.
|
4. | Door pigment achter het vaatvlies wordt het licht _______.
|
5. | Een ander woord voor diepte zien.
|
7. | Van welke cellen liggen de cellichamen in het netvlies?
|
8. | Wat ontstaan er in de laag zintuigcellen?
|
10. | Wat wordt waargenomen met staafjes?
|
11. | Gevoelig voor kleuren. Er zijn drie soorten van.
|
13. | Vertroebeling van de ooglens.
|
14. | Verkleint de pupil door samentrekking.
|
15. | Deze haartjes vormen de eerste bescherming tegen fel licht.
|
|
Verticaal |
2. | In deze laag ontstaan impulsen, die vervolgens naar de hersenen gezonden worden. De cellen heten ________.
|
6. | Reflex die ervoor zorgt dat er niet te veel licht op het netvlies valt.
|
9. | Bundel van zenuwen, geleidt impulsen naar de hersenent vanuit het oog.
|
12. | Via wat staan de staafjes en kegeltjes in contact met de zenuwen?
|
14. | Als er veel licht op het oog valt wordt de pupil _____.
|
|