biopuzzel

Toon alle vragen

wat kunnen kenmerken van een auto zijn?
1. ?kleur, snelheid, eetgewoonten, vorm
2. ?kleur, vorm, lichaamstemperatuur, manier van voortplanten
3. ?kleur, vorm, snelheid, materiaal
4. ?huid, kracht, snelheid, lichaamstemperatuur
Op welke kenmerken let je als je olifanten gaat ordenen.
1. ?grootte van de oren, gewicht, huidskleur, milieu.
2. ?gewicht, voortplantingsmethode, ademhalingsorganen, kleur.
3. ?grootte van de oren, aantal slagtanden, gewicht, taal.
4. ?voetafdruk, vorm, huidskleur, voortplantingsmethode.
Wat zijn de vier grote rijken van de organismen?
1. ?bacteriën, mensen, schimmels, planten
2. ?bacteriën, planten, dieren, schimmels
3. ?schimmels, planten, dieren, mensen
4. ?reptielen, planten, amfibiën, mensen
welke kenmerken van cellen worden gebruikt bij de indeling van de vier rijken van organismen?
1. ?celkern, celwand, cytoplasma
2. ?celwand, bladgroenkorrels, kernwand, cytoplasma
3. ?celkern, cel, bladgroenkorrels, celvorm
4. ?celkern, celwand, bladgroenkorrels
I Bacteriën hebben een celkern.
II Dieren hebben een celwand.
1. ?Stelling I en II zijn allebei waar
2. ?Stelling I en II zijn allebei niet waar
Wat zit er in een cel van een denneboom?
1. ?celkern, celwand en geen bladgroenkorrels.
2. ?bladgroenkorrels, celwand en celkern.
3. ?bladgroenkorrels, geen celwand en geen celkern.
4. ?Alleen een celwand.
bacteriën zijn ééncellig, waar of niet waar?
1. ?waar
2. ?niet waar
stel, je begint met één bacterie. Hoeveel bacteriën zijn er, in gunstige omstandigheden, na 2 uur gevormd?
1. ?8 bacteriën
2. ?12 bacteriën
3. ?16 bacteriën
4. ?64 bacteriën
Welk van de onderstaande ziekten worden door bacteriën veroorzaakt
1. ?griep, tuberculose, blaasontsteking, HIV
2. ?kanker, cholera, tuberculose, mazelen
3. ?cholera, longontsteking, oorontsteking, tuberculose
4. ?voetschimmel, botbreuk, tuberculose, longontsteking
Wat is de functie van sporen?
1. ?Zorgt voor de voortplanting van bacteriën
2. ?Bescherming van schimmels
3. ?zorgt voor de kleur van schimmels
4. ?voortplanting van schimmels
Bacteriën kunnen schadelijk zijn, maar ze zijn ook nuttig. Waar gebruikt men bacteriën voor?
1. ?Om bepaalde voedingsmiddelen te maken.
2. ?Om penicilline van te maken.
3. ?Om schimmels te bestrijden.
4. ?A, B en C zijn alledrie waar.
Waarom zijn bacteriën en schimmels belangrijk voor ons milieu?
1. ?Bacteriën en schimmels zijn heel voedzaam. Ze worden door veel organismen gegeten.
2. ?Bacteriën en schimmels voeden zich met dode resten van organismen. Zo ruimen ze het afval op dat in de natuur rondslingerd.
3. ?Ze laten zien dat het eten bedorven is zodat je het niet op eet.
4. ?Bacteriën en schimmels zijn niet belangrijk.
Wat zijn de drie afdelingen in het plantenrijk?
1. ?Wieren, algen, sporenplanten
2. ?Algen, zaadplanten, bloemen
3. ?Sporenplanten, wieren, waterplanten
4. ?sporenplanten, zaadplanten, wieren
Wat zijn de kenmerken van wieren?
1. ?Ze hebben wortels, stengels en bladeren.
2. ?Ze worden altijd heel groot.
3. ?Ze hebben geen wortels en geen stengels, maar wel bladeren en bloemen.
4. ?Ze hebben geen wortels, geen stengels, geen bladeren en geen bloemen.
I kranswier en blaaswier behoren tot de ééncellige wieren.
II blaaswier wordt zwart door uitdroging.
1. ?I en II zijn onjuist
2. ?I en II zijn juist
Tot welke afdeling van het plantenrijk behoort een "paardenstaart"?
1. ?wieren (algen)
2. ?Sporenplanten
3. ?zaadplanten
4. ?geen van allen
Mossen zijn kleine plantjes, die in groepen bij elkaar staan. De bladeren zijn klein. Sporendoosjes steken op steeltjes boven de mosplantjes uit. Wat is de functie van sporendoosjes?
1. ?In sporendoosjes ontstaan sporen, die zorgen voor de voortplanting.
2. ?Sporendoosjes zorgen voor de voortplanting.
3. ?Sporendoosjes bevatten nectar voor insecten.
4. ?Sporendoosjes bevatten voedingsstoffen voor de plant.
Wat zijn de kenmerken van Zaadplanten?
1. ?Zaadplanten hebben wortels, stengels en bladeren, maar geen bloemen.
2. ?Zaadplanten kunnen alleen groeien als ze door mensen gezaaid worden.
3. ?Zaadplanten leven voornamelijk in het water.
4. ?Zaadplanten hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.
I Bij naaktzadigen zitten de zaden tussen de schubben van de kegels
II Bij bedektzadigen zitten de zaden in vruchten.
1. ?I en II zijn onjuist
2. ?I en II zijn juist
Welke van de onderstaande planten zijn bedektzadigen?
1. ?spar, appelboom, perenboom
2. ?mos, varen, appelboom
3. ?bloemen, sinaasappelboom, perenboom
4. ?rietstengel, paardenbloem, spar
Welk van de onderstaande organismen is tweezijdig symmetrisch?
1. ?lieveheersbeestje
2. ?zeester
3. ?boom
4. ?pantoffeldiertje
Wat is de functie van het skelet?
1. ?Bescherming en vorm
2. ?stevigheid en evenwicht
3. ?stevigheid en bescherming
4. ?vorm en evenwicht
Wat is de meest voorkomende diersoort?
1. ?eencellige dieren
2. ?sponzen
3. ?gewervelden
4. ?geleedpotigen
Waaruit bestaat een insect?
1. ?kop, achterlijf, borststuk
2. ?verschillende segmenten
3. ?verschillende leden
4. ?kop en borststuk
Wat is het verschil tussen weekdieren en holtedieren?
1. ?Weekdieren zijn veelzijdig symmetrisch en holtedieren zijn niet symmetrisch
2. ?weekdieren zijn tweezijdig symmetrisch en hebben meestal een uitwendig skelet, holtedieren hebben meestal geen skelet
3. ?holtedieren leven vaak onder water, weekdieren niet.
4. ?weekdieren hebben een uitwendig skelet, holtedieren een inwendig skelet.
In welke vijf groepen worden de gewervelden ingedeeld?
1. ?vissen, reptielen, vogels, mensen en zoogdieren
2. ?vissen, reptielen, amfibiën, zoogdieren en vogels
3. ?reptielen, mensen, amfibiën, insecten, en vogels
4. ?vissen, vogels, amfibiën, mensen, zoogdieren
1. krokodil
2. papagaai
3. kat
4. salamander
noem bij elk dier het huidtype.
De omgevingstemperatuur is 22 graden. Wat is dan de lichaamstemperatuur van een mens? en van een kikker?
Welke dieren zijn niet levendbarend?
1. ?krokodil, mens, walvis
2. ?wolf, zeehond, pinguin
3. ?vogel, kikker, vis
4. ?mens, wolf, krokodil
Wat zijn ademhalingsorganen?
1. ?de longen
2. ?de kieuwen
3. ?de huid
4. ?al het bovenstaande
Tot welke afdeling van de gewervelden zou je een slang indelen?
1. ?zoogdieren
2. ?reptielen
3. ?vogels
4. ?amfibiën
I Een krokodil is koudbloedig
II Een walvis heeft kieuwen
1. ?I en II zijn onjuist
2. ?I en II zijn juist
Hieronder wordt een beschrijving gegeven van een geleedpotige.
Het organisme heeft een kop, 2 poten per segment en een achterlijf.
Tot welke groep behoort de beschreven geleedpotige?
1. ?kreeftachtigen
2. ?spinachtigen
3. ?duizendpoten
4. ?insecten
Hieronder wordt een beschrijving gegeven van een gewervelde.
Het organisme is warmbloedig en levendbarend.
Tot welke groep behoort de beschreven gewervelde?
1. ?vissen
2. ?amfibieën
3. ?reptielen
4. ?zoogdieren
I verschillende rassen kunnen niet met elkaar voortplanten
II verschillende soorten kunnen niet met elkaar voortplanten
1. ?I en II zijn onjuist
2. ?I en II is juist
Wanneer behoren organismen tot één soort?
1. ?als ze uit hetzelfde milieu komen
2. ?als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen
3. ?als ze er hetzelfde uitzien
4. ?als ze hetzelfde eetgedrag hebben
Wat is de juiste volgorde?
1. ?afdeling - orde - klasse - familie- soort - geslacht
2. ?orde - afdeling - familie - klasse - geslacht - soort
3. ?afdeling - klasse - orde - familie - geslacht - soort
4. ?soort - afdeling - klasse - familie - orde geslacht
Waar kun je roofdieren in plaatsen?
1. ?Afdeling
2. ?Geslacht
3. ?klasse
4. ?orde