biopuzzel

Toon alle vragen

Bloedvaten
Het bloed wordt door het hart in de slagaders gepompt. Hoe stroomt het bloed door de slagaders?
1. ?Het bloed stroomt gelijkmatig door de slagaders.
2. ?Het bloed stroomt in kleine porties door de slagaders.
3. ?Het bloed stroomt stootsgewijs door de slagaders.
4. ?Het bloed stroomt in draaiende bewegingen in de slagaders.
Bloedvaten
Doordat de wand van de bloedvaten uit glad spierweefsel bestaat, kunnen de vaten zich vernauwen of verwijden. Wat gebeurt er met deze vaten als er een grote lichamelijke inspanning geleverd moet worden?
1. ?De vaten aan het huidoppervlak worden nauwer, in de skeletspieren en in het hart wijder.
2. ?De vaten aan het huidoppervlak en in de skeletspieren worden nauwer, in het hart worden zij wijder.
3. ?De vaten worden aan het huidoppervlak, in de skeletspieren en in het hart nauwer.
4. ?De vaten worden aan het huidoppervlak, in de skeletspieren en in het hart wijder.
Bloedvaten
Haarvaten bestaan uit enkel één laag cellen. Door deze dunne wand kunnen o.a. voedingstoffen, koolstofdioxide, zuurstof en afvalstoffen de omliggende cellen in of uit. Welke stoffen gaan erin en welke eruit?
1. ?Voedingsstoffen erin, koolstofdioxide, zuurstof en afvalstoffen eruit.
2. ?Voedingstoffen en zuurstof erin, koolstofdioxide en afvalstoffen eruit.
3. ?Koolstofdioxide en afvalstoffen erin, voedingsstoffen en zuurstof eruit.
4. ?Al deze stoffen gaan erin en ook eruit.
Bloedvaten
De haarvaten herenigen zich weer tot aders. Waarin verschilt de wand van de aders van die van de slagaders?
1. ?De wanden van de aders zijn minder elastisch en dunner dan die van slagaders.
2. ?De wanden van de aders zijn minder elastisch en dikker dan die van slagaders.
3. ?De wanden van de aders zijn elastischer en dikker van die van slagaders.
4. ?De wanden van de aders zijn elastischer en dunner dan die van slagaders.
Bloedvaten
Bevatten aders kleppen?
1. ?Nee, slagaders bevatten kleppen.
2. ?Nee, alleen de belangrijkste slagaders, zoals de aorta, bevatten kleppen.
3. ?Ja, alle aders bevatten kleppen.
4. ?Ja, vooral in de armen en benen vind je veel kleppen.
Bloedvaten
Veel bloed uit de wand van het darmkanaal gaat via de poortader naar de lever. Is dit het enige bloed wat de lever krijgt? En is het bloed uit de poortader zuurstofrijk of zuurstofarm?
1. ?Nee, de lever krijgt ook nog bloed rechtstreeks uit de aorta, het bloed uit de poortader is zuurstofrijk.
2. ?Nee, de lever krijgt ook bloed uit de leverslagader, het bloed uit de poortader is zuurstofarm.
3. ?Ja, de lever krijgt verder geen bloed, het bloed uit de poortader is zuurstofrijk.
4. ?Ja, de lever krijgt verder geen bloed, het bloed uit de poortader is zuurstofarm.
Bloedvaten
De lever vervult een belangrijke functie bij het constant houden van de samenstelling van het bloed. Hoe gebeurt dit?
1. ?Hij slaat het teveel aan glucose op en geeft het weer af als er een tekort is.
2. ?De lever heeft glycogeen wat hij om kan zetten in glucose als er een tekort is.
3. ?De lever zet het teveel aan glucose om in glycogeen en slaat dat op, dit kan hij bij een tekort weer omzetten in glucose.
4. ?De lever haalt het teveel aan glucose uit het bloed, zet dit om in glycogeen en slaat dat op.
Bloedsomloop
Wat is de functie van het hart?
1. ?Het maken van hormonen
2. ?Het transporteren van voedingsstoffen
3. ?Het bloed door de vaten pompen
4. ?Het transporteren van zuurstof
Bloedsomloop
Wat is een kleine bloedsomloop?
1. ?Het bloed wat van het hart naar de longen wordt gepompt en weer terug.
2. ?De bloedsomloop in een klein organisme.
3. ?Het bloed wat stroomt van de boezems naar de kamers.
4. ?Het bloed wat van het hart naar het hele lichaam wordt gepompt en weer terug.
Bloedsomloop
Zit in de rechter harthelft zuurstofrijk of zuurstofarm bloed?
1. ?In de rechter harthelft zit zuurstofrijk bloed.
2. ?In de rechter harthelft zit zuurstofarm bloed.
3. ?In de rechter harthelft zit een mengeling van zuurstofarm en -rijk bloed.
4. ?In de rechter harthelft zit geen bloed.
De Bloeddruk
Wat is de belangrijkste oorzaak van de bloeddruk?
1. ?Het samentrekken van de slagaders
2. ?Het samentrekken van de aders
3. ?Het samentrekken van de kamers
4. ?De zuurstoftoevoer in het bloed
De Bloeddruk
Wanneer is de bloeddruk in de hartkamers gelijk aan de bloeddruk in de aangesloten slagaders?
1. ?Als de hartkleppen gesloten zijn.
2. ?Als de hartkleppen open zijn.
3. ?Als de halvemaanvormige kleppen gesloten zijn.
4. ?Als de halvemaanvormige kleppen open zijn.
De Bloeddruk
Wat gebeurt er met de stroomsnelheid van het bloed als het van de haarvaten terug naar de aders stroomt? En wat gebeurt er met de bloeddruk?
1. ?Het bloed gaat sneller stromen, de bloeddruk wordt hoger.
2. ?Het bloed gaat sneller stromen, de bloeddruk wordt lager.
3. ?Het bloed gaat langzamer stromen, de bloeddruk wordt hoger.
4. ?Het bloed gaat langzamer stromen, de bloeddruk wordt lager.
De Bloeddruk
Hoe kan het bloed vanuit de beenaders omhoog stromen?
1. ?Als je ligt gaat het bloed uit de beenaders omhoog.
2. ?De beenaders pompen het bloed omhoog.
3. ?De slagaders zorgen voor een stootsgewijze druk op het bloed waardoor het omhoog stroomt.
De Bloeddruk
Aan de binnenwanden van de bloedvaten kan cholesterol worden afgezet. Later kan ook kalk worden afgezet. De wanden van de slagaders worden dan stijver en minder elastisch. Hoe heet dit verschijnsel?
1. ?Arteritis
2. ?Aneurysma
3. ?Atherosclerose
4. ?Trombose
De Bloeddruk
Sterk verkalkte aders kunnen makkelijk kapot gaan. Verkalkte aders die nog niet kapot zijn kunnen ook problemen veroorzaken. Wat gebeurt er als het bloed langs deze scherpe wanden komt?
1. ?De bloedplaatjes kunnen kapot gaan.
2. ?De rode bloedcellen kunnen kapot gaan.
3. ?De witte bloedcellen kunnen kapot gaan.
4. ?Vervoerde voedingstoffen blijven haken achter de scherpe randen.
De Bloeddruk
Wat gebeurt er bij een hartinfarct?
1. ?Eén of meerdere vertakkingen van de kransslagader zijn verstopt geraakt, het hart kreeg tijdelijk geen voedingstoffen meer.
2. ?Eén of meerdere vertakkingen van de kransslagader zijn verstopt geraakt, een deel van de hartspier is afgestorven.
3. ?De gehele hartspier is afgestorven.
4. ?Eén of meerde vertakkingen van kransslagader is verstopt geraakt, het hart krijgt geen voedingstoffen meer en een deel van de hartspier sterft af als gevolg hiervan.
De Bloeddruk
Wat gebeurt er bij een bypassoperatie aan het hart?
1. ?De kransslagader word opgerekt door een buisje van gaas.
2. ?Een stukje bloedvat uit een ander lichaamsdeel word om het verstopte bloedvat heen gelegd.
3. ?De verstopte bloedvaten worden weggehaald.
4. ?De stolsels worden uit de bloedvaten gehaald door een operatie.
Het Bloed
Bloedplasma bestaat uit een aantal bestanddelen. Uit welk van de onderstaande bestanddelen bestaat bloedplasma voor het grootste deel?
1. ?Uit plasma-eiwitten
2. ?Uit water
3. ?Uit bloedplaatjes
4. ?Uit getransporteerde stoffen
Het Bloed
De functie van bloedplasma is dat het stoffen kan vervoeren. Vele stoffen lossen goed op in het plasma en kunnen daardoor goed vervoerd worden. Maar sommige stoffen (zoals vetten) kunnen niet oplossen in bloedplasma en worden daardoor moeilijk getransporteerd. Hoe komt het dat deze stoffen toch vervoerd kunnen worden?
1. ?Doordat de stoffen aan bepaalde eiwitten worden gebonden.
2. ?Doordat de stoffen aan zuurstof worden gebonden.
3. ?Doordat de stoffen aan hemoglobine worden gebonden.
4. ?Doordat het transport van vetten buiten de bloedvaten plaatsvindt.
Het Bloed
Rode bloedcellen hebben de vorm van kleine ronde schijfjes, deze zijn in het midden dunner dan aan de rand. Ze hebben geen celkern en daardoor hebben ze een bepaalde levensduur. Wat is die levensduur ongeveer?
1. ?Een aantal dagen
2. ?Een aantal weken
3. ?Een aantal maanden
4. ?Een aantal jaren
Het Bloed
Rode bloedcellen bevatten hemoglobine. Deze stof geeft de rode kleur aan de bloedcellen. Waar zorgt hemoglobine nog meer voor?
1. ?Het zorgt voor stolling van het bloed.
2. ?Het zorgt voor afweer van ziekte verwekkers.
3. ?Het zorgt voor de kleur van de huid.
4. ?Het zorgt voor het transport van zuurstof en koolstofdioxide.
Het Bloed
Wat is EPO?
1. ?Een speciaal type witte bloedcel.
2. ?Een hormoon dat de productie van rode bloedcellen stimuleert.
3. ?Een hormoon wat de productie van witte bloedcellen stimuleert.
4. ?Een nieuwe snack van MORA.
Het Bloed
Witte bloedcellen hebben geen vaste vorm en kunnen zich dus vervormen. Dit doen zij niet zomaar. Wat is de reden hiervan?
1. ?Zij doen dit omdat ze door de wand van de haarvaten moeten, om de bacteriën in te sluiten.
2. ?Zij doen dit omdat de doorgang van de haarvaten te smal zijn om zich er door heen te bewegen.
3. ?Zij doen dit omdat ze beweging nodig hebben om te blijven leven.
4. ?Ze vervormen zich, zodat ze door de wand van de haarvaten kunnen.
Het Bloed
Bij het stollen van bloed vinden een aantal reacties plaats. Hieronder vind je er een aantal die nog niet op volgorde staan

1) Fibrinogeen wordt omgezet in fibrine
2) Er vormt zich een netwerk van draden
3) De bloedplaatjes blijven aan het beschadigde bloedvat kleven
4) Uit de bloedplaatjes komen stoffen vrij

Wat is de juiste volgorde van de bloedstolling?
1. ?4 - 1 - 3 - 2
2. ?3 - 4 - 1 - 2
3. ?3 - 2 - 4 - 1
4. ?1 - 3 - 2 - 4
Het Bloed
Wat is er precies aan de hand bij mensen met bloederziekte (hemofilie)?
1. ?Er bevinden zich dan abnormaal veel witte bloedcellen in het lichaam.
2. ?Er bevinden zich dan abnormaal veel rode bloedcellen in het lichaam.
3. ?Het bloed bevat dan te weinig hemoglobine.
4. ?Er ontbreekt een bepaalde stollingsfactor waardoor het bloed niet goed stolt.
Weefselvloeistof en lymfe
Hoe dik is de cellaag van de haarvaten?
1. ?Eén cellaag dik
2. ?Een dubbele cellaag dik
3. ?Drie cellagen dik
4. ?Vier cellagen dik
Weefselvloeistof en lymfe
Uit de haarvaten wordt vocht naar buiten geperst. Er ontstaat een stroming naar omliggende weefsels. Welke stoffen bevat dit vocht onder andere?
1. ?Zuurstof en voedingsstoffen
2. ?Zuurstof, voedingstoffen en hormonen
3. ?Zuurstof, voedingstoffen, hormonen en plasma-eiwitten
4. ?Zuurstof, koolstofdioxide, voedingstoffen, hormonen en plasma-eiwitten
Weefselvloeistof en lymfe
Voedingstoffen worden vanuit het weefselvloeistof opgenomen in de cellen, maar hoe vindt dit plaats?
1. ?Door osmose
2. ?Door actief transport
3. ?Door diffusie
4. ?Door passief transport
Weefselvloeistof en lymfe
Alle lymfevaten komen uiteindelijk samen in twee grote lymfevaten. Welke zijn dit?
1. ?De borstbuis en de bovenste holle ader
2. ?De rechterlymfestam en de bovenste holle ader
3. ?De rechterlymfestam en de lymfeknoop
4. ?De rechterlymfestam en de borstbuis
Weefselvloeistof en lymfe
In lymfeklieren wordt de lymfe gezuiverd. Waar bevinden deze lymfeklieren zich vooral?
1. ?In de hals, de handen en bij de maag
2. ?In de hals, de oksels en de liezen
3. ?In de hals, de oksels, de liezen en bij de maag
4. ?In het achterhoofd, bij de maag en in je knieën
Weefselvloeistof en lymfe
Lymfe bevat onder andere koolstofdioxide, afvalstoffen, hormonen en antistoffen. Wat kan lymfe nog meer bevatten?
1. ?Bloedplaatjes, witte bloedcellen en antistoffen
2. ?Rode en witte bloedcellen
3. ?Witte bloedcellen en antistoffen
4. ?Alle soorten bloedcellen, voedingstoffen en zuurstof
Weefselvloeistof en lymfe
Komen in de lymfevaten kleppen voor?
1. ?Ja
2. ?Nee
Weefselvloeistof en lymfe
Waar is de bloeddruk in de haarvaten het hoogst?
1. ?Aan het begin van de haarvaten
2. ?Aan het eind van de haarvaten
3. ?In het midden van de haarvaten
4. ?De bloeddruk is overal gelijk in de haarvaten
Weefselvloeistof en lymfe
Wat is Oedeem?
1. ?Een ophoping van witte bloedcellen onder de huid
2. ?Etter op een diepe wond
3. ?Een ontsteking aan de lymfeklieren
4. ?Een ophoping van weefselvloeistof in de weefsels
Het Hart
Het bloed wordt door het hart het lichaam door gepompt. Waar en via welk(e) bloedvat(en) komt het bloed uit het lichaam het hart binnen?
1. ?Via de aorta, in de linkerkamer
2. ?Via de longader, in de linkerboezem
3. ?Via de onderste en bovenste holle ader, in de rechterboezem
4. ?Via de longslagader in de rechterkamer
Het Hart
Het hart heeft halvemaanvormige kleppen en hartkleppen. Wat is de functie van de halvemaanvormige kleppen?
1. ?Dat het bloed niet vanuit de aders in de boezems terug kan lopen.
2. ?Dat het bloed niet vanuit de slagaders in de kamers terug kan lopen.
3. ?Dat het bloed niet vanuit de kamers in de slagaders kan lopen.
4. ?Dat het bloed niet vanuit de boezems in de aders kan lopen.
Het Hart
Het hart kent drie fases. De systole, de diastole en de hartpauze. Zijn de hartkleppen tijdens de systole van de boezems open of dicht? En de halvemaanvormige kleppen?
Het Hart
In de wand van de rechterboezem van het hart zit de sinusknoop. Wat is de functie van deze ‘knoop’?
1. ?Het afgeven van rode bloedcellen aan het bloed.
2. ?Het uitzenden van impulsen die het samentrekken van het hartspierweefsel veroorzaken.
3. ?Het uitzenden van impulsen die ervoor zorgen dat de hartkleppen open en dicht gaan.
4. ?Het afgeven van adrenaline aan het bloed.
Het Hart
Over het hart lopen kransslagaders en kransaders. Welke stoffen worden getransporteerd door de kransslagaders en in welke richting gebeurt dat?
1. ?Zuurstof en voedingstoffen, naar de hartspier toe
2. ?Zuurstof en voedingstoffen, van de hartspier weg
3. ?Koolstofdioxide en andere afvalstoffen, naar de hartspier toe
4. ?Koolstofdioxide en andere afvalstoffen, van de hartspier weg
Het Hart
Wanneer geef je iemand een pacemaker?
1. ?Bij iemand met een veel te snelle hartslag
2. ?Bij iemand met een hartinfarct
3. ?Bij iemand met hartruis
4. ?Als er storingen optreden bij het ontstaan van impulsen in het hart
Het Hart
Onder ‘slagvolume’ verstaan we de hoeveelheid bloed die per hartslag in de aorta gepompt wordt. Wat is het slagvolume bij een volwassen persoon?
1. ?7 tot 10 mL
2. ?100 tot 200 mL
3. ?70 tot 100 mL
4. ?70 tot 100 L
Het Hart
Marietje doet 2 beweringen over de hoogte van de bloeddruk:

1) Als iemand me laat schrikken krijg ik een hogere bloeddruk
2) Als ik erg gestresst ben dan gaat mijn bloeddruk omlaag

Welke van deze uitspraken heeft zij juist?
1. ?Beide beweringen zijn juist
2. ?Alleen bewering 1 is juist
3. ?Alleen bewering 2 is juist
4. ?Beide beweringen zijn onjuist
Het Hart
Wat is er aan de hand met iemand die hartruis heeft?
1. ?Daarbij sluiten de kleppen in het hart niet goed.
2. ?Daarbij trekt één van de hartkamers niet samen.
3. ?Daarbij zit er een bloedpropje in een bloedvat.
4. ?Daarbij is de sinusknoop niet meer werkzaam.