biopuzzel

Toon alle vragen

Hoeveel liter bloed heeft een volwassen mens?
1. ?3 à 4
2. ?4 à 5
3. ?5 à 6
4. ?6 à 7
Voor ongeveer hoeveel % bestaat bloed uit bloedplasma?
1. ?50%
2. ?55%
3. ?60%
4. ?65%
Waaruit bestaat bloed?
1. ?Bloedplaatjes
2. ?Bloedcellen
3. ?Bloedplasma
4. ?Al het boven genoemde
Hoe heet de rode kleurstof in de rode bloedcellen?
1. ?Anemie
2. ?Plasma
3. ?Hemoglobine
4. ?Trombose
Uit hoeveel delen bestaat het hart?
1. ?1
2. ?2
3. ?3
4. ?4
Hoe heet het belangrijkste (vitale) bloedvat?
1. ?Aorta
2. ?Halsslagader
3. ?Kransslagader
4. ?Longader
Hoe heten de kleinste bloedvaten?
1. ?Haarvaten
2. ?Aders
3. ?Aderlijke haarvaten
4. ?Lymfevaten
Welke vorm hebben de hartkleppen?
1. ?Rond
2. ?Recht
3. ?Ovaal
4. ?Halve maan
Als je veel sport veranderd je hart op de volgende manier(en):
1. Je krijgt een snellere hartslag
2. Per hartslag meer bloed rondpompen
1. ?1 en 2 zijn fout
2. ?1 is goed
3. ?2 is goed
4. ?1 en 2 zijn goed
Hoe gaat de grote bloedsomloop?
1. ?Hart => hoofd => hart
2. ?Hart => longen => hart
3. ?Hart => hoofd => benen => hart
4. ?Hart => hoofd => longen => hart
Hoe gaat de kleine bloedsomloop?
1. ?Hart => hoofd => hart
2. ?Hart => benen => hart
3. ?Hart => longen => hart.
4. ?Hart => lever => hart
Welke soorten bloedvaten zijn er?
1. ?Slagader, ader
2. ?Slagader, haarvaten
3. ?Ader, haarvaten
4. ?Ader, slagader, haarvaten
Wat is de functie van haarvaten?
1. ?Doorbloeding van organen
2. ?Lymfe vervoeren
3. ?Doorbloeding van vet
4. ?Bloedstroom op gang houden
Hoe gaat het bloed in het hart?
1. ?L. boezem => l. kamer => r. kamer => r. boezem
2. ?L. boezem => l. Kamer => r. boezem => r. kamer
3. ?R.kamer => r. boezem => l. kamer => l. boezem
4. ?R. boezem => r. Kamer => l. boezem => l. kamer.
Wat voor vorm hebben witte bloedcellen?
1. ?Rond
2. ?Vierkant
3. ?Ovaal
4. ?Niet vast
Wat zijn bloedplaatjes?
1. ?Cellen.
2. ?Delen van cellen
3. ?Delen van witte bloedcellen.
4. ?Delen van rode bloedcellen
Wat is stolling? Een proces van:
1. ?bloedplaatjes en bloedplasma
2. ?bloedplaatjes en rode bloedcellen
3. ?bloedplasma en rode bloedcellen
4. ?bloedplaatjes
Hoe zien rode bloedcellen eruit?
1. ?Losse vormen
2. ?Bollen.
3. ?Ovaallen
4. ?Ingedeukte cirkels
Waaruit bestaan rode bloedcellen?
1. ?Hemoglobine
2. ?Celkern
3. ?Bloedplasma
4. ?Anemie.
Hoe groot is het hart?
1. ?Ongeveer 3 vingers
2. ?Ongeveer 4 vingers
3. ?Ongeveer een uitgestrekte hand
4. ?Ongeveer een vuist
Hoe zijn de kamers en boezems van elkaar gescheiden?
1. ?D.m.v. vel
2. ?D.m.v. hartkleppen
3. ?D.m.v. vlees.
4. ?D.m.v. vetzuren
Hoe dik zijn haarvaten?
1. ?3 cellagen
2. ?Even dik als aders
3. ?1 cellaag
4. ?2 cellagen
Welke van de volgende uitspraken is juist
1. ?Aders zorgen voor de bloedtoevoer van de organen
2. ?Slagaders zorgen voor de bloedtoevoer van den organen
3. ?Haarvaten zijn even dik als aders
4. ?Lymfe is een onderdeel van bloed
het bloed in de linkerkamer is?
1. ?Voor de longen
2. ?Zuurstofrijk
3. ?Voor de linkerboezem
4. ?Koolstofdioxiderijk
Wat is de functie van de poortader?
1. ?Voedingsstoffen afvoeren van de lever
2. ?Voedingsstoffen aanvoeren aan de lever
3. ?Zuurstof voeren aan de lever
4. ?Koolstof afvoeren van de lever
Hoe stroomt bloed naar de lever?
1. ?Door de poortader en de leverslagader
2. ?Door de leverslagader en de haarvaten
3. ?Door de leverader en de haarvaten
4. ?Door de leverslagader en de leverader
Wat zijn de symptomen van een lage bloeddruk?
1. ?Je valt om de minuut flauw
2. ?Je wordt gek
3. ?Je hebt wat vaker last van hoofdpijn en soms duizeligheid
4. ?Je bent altijd heel erg moe
Waar zorgt cholesterol voor?
1. ?Dat de bloedvaten gladder worden
2. ?Dat de bloedvaten stroever en smaller worden
3. ?De bloedvaten worden enorm wijd
4. ?Je wordt heel erg dik
Wat is het geval als ergens aderverkalking optreed?
1. ?Je aders worden hard als bot
2. ?Je aders worden nauwer, stijver en minder elastisch
3. ?Je choresterolgehalte is super hoog
4. ?Je hart krijgt geen bloed meer
Wat is een ander woord voor aderverkalking?
1. ?Kalkafzetting
2. ?Atherosclerose
3. ?Botbreuk
4. ?Hartinfarct
Wat gebeurd er met een hartinfarct?
1. ?Je hart stopt
2. ?Door een verstopping kan een deel van de hartspier afsterven
3. ?Je kan niet meer ademen
4. ?Je kunt niet meer lopen
Waardoor kan een hartinfarct veroorzaakt worden?
1. ?Door veel sporten en weinig roken
2. ?Door veel sporten en veel autorijden
3. ?Door veel eten en veel roken
4. ?Door veel sporten en veel roken
Wanneer moet je een bypassoperatie?
1. ?Als je slagader sterk vernauwd is
2. ?Als je kransslagader sterk vernauwd is
3. ?Als je een bloedprop hebt
4. ?Als je een hartaanval hebt gehad
Wat wordt er gedaan bij een bypassoperatie?
1. ?Ze halen je hart er uit
2. ?Je ader wordt helemaal dichtgemaakt
3. ?Je ader wordt afgeknipt
4. ?Er wordt een omweg aangelegd waardoor het bloed kan stromen
Wat voor een dieet moeten hartpatiënten nemen?
1. ?Geen vette vis of vlees, eieren boter of margarine, chocola koekjes en gebak
2. ?Alleen nog chocola en cola, en veel patat
3. ?Je mag niks meer eten
4. ?Alleen vette vis of vlees, en eieren boter en margarine
Wat is een goede tip voor een hartpatient?
1. ?Rook veel
2. ?Eet veel
3. ?Vermijd stress
4. ?Weinig lichaamsbeweging
Hoe heet het vocht dat zich buiten de haarvaten bevindt?
1. ?Lymfe
2. ?Bloed
3. ?Weefselvloeistof
4. ?Urine
Wat is een ander woordt voor lymfeklieren?
1. ?Lymfeknoppen
2. ?Lymfebulten
3. ?Lymfecellen
4. ?Lymfeknopen
Wat zijn de 2 grootste lymfevaten?
1. ?De lymfeslagader en de rechterlymfestam
2. ?De rechterlymfestam en de borstbuis
3. ?De borstbuis en de aorta
4. ?De aorta en de slagaders
Wat wordt bedoeld met uitscheiding?
1. ?Dat je een goede toiletgang hebt
2. ?Dat afvalstoffen zich uit je lichaam verwijderen
3. ?Dat de afvalstoffen worden aangevoerd
4. ?Dat je hart weg wordt gehaald
Waaruit bestaan de nieren?
1. ?Nierschors, niermerg en nierbekken
2. ?Nierheupen, niermerg en nierschors
3. ?Hart, longen en darmen
4. ?Nierberg, nierschors en nierheupen
Welke route volgt urine als het wordt afgevoerd?
1. ?Urineleiders => urineblaas => urinebuis
2. ?Urineblaas => urineleiders => urinebuis
3. ?Urinebuis => urineblaas => urineleiders
4. ?Urineleiders => urinebuis => urineblaas
Wat is fibrinogeen?
1. ?Plasma-eiwit
2. ?Bloed-eiwit
3. ?Urine
4. ?Hemoglobine
Hoe kan een infectie veroorzaakt worden?
1. ?Door bacterien of virussen
2. ?Door marsmannetjes
3. ?Door antistoffen
4. ?Door fibrinogeen
Wanneer ben je immuun?
1. ?Als je dood kan gaan aan een ziekte
2. ?Als de ziekte direct wordt uitgeschakeld als hij herkent wordt
3. ?Als je heel vaak ziek bent
4. ?Als je veel prikken moet hebben
Wanneer spreken we van natuurlijke immuniteit?
1. ?Als je als kind de ziekte al eens hebt gehad, en de ziektestof direct herkend wordt door je lichaam
2. ?Als je een prik hebt gehad, en je bent daarna immuun voor de stof
3. ?Als je op een natuurlijke wijze bent doodgegaan
4. ?Als je bang bent voor natuurlijke dingen
Wanneer spreken we van kunstmatige immuniteit?
1. ?Als je bent ingeent en je bent daarna immuun
2. ?Als je na een inenting sterft
3. ?Als je de ziekte hebt gehad toen je klein was, en nu immuun bent
4. ?Als je niet immuun bent
Wat is van levensbelang bij een bloedtransfusie?
1. ?Dat het bloed rood is
2. ?Dat de bloedgroepen overeen komen
3. ?Dat je immuun bent voor alle ziektes
4. ?Dat je bloed dezelfde kleur heeft
Welke bloedgroepen kan aan iedereen bloed afstaan?
1. ?A
2. ?B
3. ?O (nul)
4. ?AB
Waarop onderscheiden bloedgroepen zich?
1. ?Antistoffen
2. ?Antigenen
3. ?Kleur
4. ?Antistoffen & antigenen