-
Wat betekent homeostase?
- ?De omstandigheden van het interne milieu worden gelijk gehouden aan de omstandigheden van het externe milieu
- ?De omstandigheden van het interne milieu worden niet gelijk gehouden aan de omstandigheden van het externe milieu.
-
Waar is de temperatuur hoger?
- ?In de longader
- ?In de longslagader
-
Waar is de temperatuur hoger?
- ?In de armader
- ?In de armslagader
-
In bepaalde gebieden kan de buitentemperatuur hoger worden dan de temperatuur van het lichaam. Waar kan een mens zijn lichaamstemperatuur het beste handhaven wanneer hij in een gebied is waar het in de schaduw 40 graden is?
- ?In een tropisch regenwoud, want door de vochtige lucht verdampt er minder zweet dan in een woestijn.
- ?In een tropisch regenwoud, want door de vochtige lucht wordt er minder zweet geproduceerd dan in een woestijn.
- ?In een woestijn, want door de droge lucht verdampt er meer zweet dan in een tropisch regenwoud.
- ?In een woestijn, want door de droge lucht wordt er minder zweet geproduceerd dan in een tropisch regenwoud.
-
Conductoren zijn...
- ?Zintuigcellen
- ?Kliercellen
- ?Spiercellen
- ?Zenuwcellen
-
Uit welk weefsel is de beschermlaag rond neuronen opgebouwd?
- ?Bindweefsel
- ?Zenuwweefsel
- ?Myeline
-
Hoe wordt de uitloper genoemd die impulsen van het cellichaam van een zenuw af geleidt?
- ?Neuron
- ?Dendriet
- ?Axon
-
Als een uitloper van een zenuwcel kunstmatig wordt gestimuleerd, worden impulsen naar beide kanten doorgegeven. Op welke manier wordt voorkomen dat impulsen in beide richtigen aan andere zenuwcellen wordt doorgegeven?
- ?De cellichamen van zenuwcellen transporteren een signaal tussen celuitlopers. Dit gebeurt door de afgifte van neurotransmitters. Dit kan maar een kant op gaan omdat deze overdracht van neurotransmitters maar in een richting werkt.
- ?Zenuwuitlopers geven via synapsen signalen door aan de andere zenuwcellen. Dit gebeurt door de afgifte van neurotransmitters. Dit kan maar een kant op gaan omdat deze overdracht van neurotransmitters maar in een richting werkt.
-
Van welk type neuron ligt zowel het cellichaam als de uitloper geheel binnen het centrale zenuwstelsel?
- ?Motorisch neuron
- ?Schakelneuron
- ?Sensorisch neuron
-
Welke processen behoren tot het orthosympatisch zenuwstelsel?
- ?vernauwt de pupillen - activeert het neusslijmvlies - activeert speekselvorming
- ?meer bloed naar de hersenen - verwijdt de pupillen - remt de speekselvorming
- ?trekt de blaas samen - stimuleert de endeldarm - stimuleert een erectie
- ?verwijdt de bronchiën - remt de alvleesklier - remt de speekselafscheiding
-
Welke processen vinden plaats onder invloed van het parasympatisch zenuwstelsel
- ?stimuleert de darmwerking - stimuleert een erectie - remt de maagsapafscheiding
- ?stimuleert de endeldarm - vernauwt de pupillen - verlaagt de hartslagfrequentie
- ?verwijdt de bronchiën - verlaagt de hartfrequentie - ontspant de ingewanden
-
Een zintuigcel in de huid wordt geprikkeld, er lopen impulsen over de sensorische neuronen. Op een gegegeven moment voert men de prikkelsterkte op. Hierover worden 3 beweringen gedaan.
1. Als gevolg van de opgevoerde prikkelsterkte neemt de impulsfrequentie toe.
2. Als gevolg van de opgevoerde prikkelsterkte neemt de impulsgeleiding toe.
3. Als gevolg van de opgevoerde prikkelsterkte neemt de impulssterkte toe.
Welke bewering(en) is (zijn) juist?
- ?Alleen 1
- ?Alleen 1 en 3
- ?Alleen 2 en 3
- ?Bewering 1, 2, 3
-
Bij impulsgeleiding worden actiefasen en herstelfasen van elkaar onderscheiden. Is de duur van de actiefase in een bepaalde sensorisch neuron afhankelijk van de prikkelsterkte? En de duur van de herstelfase?
- ?Wel van de actiefase niet van de herstelfase
- ?Zowel van de actiefase als van de herstelfase
- ?Niet van de actiefase, wel van de herstelfase
- ?De prikkelsterkte heeft op beide fasen geen invloed
-
Bij een baby en een man van 30 jaar wordt de impulsgeleidingssnelheid van een bepaalde zenuwuitloper gemeten. Is er een verschil in de snelheid?
- ?Ja, de geleiding is bij een baby lager
- ?Nee, deze is gelijk
- ?Ja, de geleiding is bij de man lager
-
In het hersenmerg bevinden zich cellichamen van motorische zenuwcellen. Juist of onjuist?
- ?Juist
- ?Onjuist
-
Een jongen moet een mondeling doen voor de klas. Hij wordt rood. Ook zijn ademfrequentie en zijn hartslag zijn omhoog gegaan, daarbij blijkt uit een meting dat het glucosegehalte in het bloed is gestegen.
Al deze effecten worden veroorzaakt door een bepaald hormoon, welk hormoon is dit?
- ?LH
- ?adrenaline
- ?thyroxine
- ?thyreotroop hormoon
-
Een impuls komt tot stand omdat....
- ?de doorlaatbaarheid van het celmembraan van een zenuwcel op een bepaalde plaats veranderd
- ?K+ -ionen in de cel worden opgenomen en Na+ - ionen uit de cel verwijderd
- ?er K+ -ionen uit de cel lekken
-
Bij kinderen met afwijkingen in de hormoonproductie kunnen in vergelijking met andere kinderen zonder afwijkingen de volgende verschijnselen optreden.
1. Achterstand in groei en ontwikkeling
2. snelle vermoeidheid
3. verhoogde intensiteit van de stofwisseling
4. verhoogde lichaamstemperatuur
Welk(e) van deze verschijnselen kan (kunnen) veroorzaakt worden door een verhoogde thyroxineproductie?
- ?Alleen 3
- ?Alleen 1 en 2
- ?Alleen 3 en 4
- ?Alleen 2, 3 en 4
-
Receptormoleculen op membranen van cellen bepalen op welke hormonen de cellen moeten reageren. Bepaalde cellen bij de vrouw zijn:
1. cellen van de borsten
2. cellen van de hypofyse
3. cellen van het baarmoederslijmvlies
Welke van deze cellen hebben een receptoreiwit voor oestradiol?
- ?Alleen cel 2.
- ?Alleen op cel 3
- ?Op de cellen 2 en 3
- ?Op de cellen 1, 2 en 3
-
De impulssnelheid neemt toe...
- ?als zenuwcellen meer neurotransmitters afgeven
- ?als er meer synaptische verbindingen tussen zenuwcellen zijn
- ?als er veel myelinescheden om de zenuwvezels zitten
-
Een man wil gaan joggen, omdat hij net heeft gegeten wacht hij nog een uurtje met joggen. Na het uurtje staat hij op en gaat hij weg. Neemt hierdoor de frequentie in de zenuwen die de grensstrengen verbinden met de organen toe of af? En neemt de impulsfrequentie in de zwervende zenuwen toe of af?
- ?Beide nemen toe.
- ?Beide nemen af
- ?Alleen de impulsfrequentie in de zwervende zenuw neemt toe
- ?Alleen de impulsfrequentie in de zenuwen verbonden met de grensstrengen neemt toe
-
Bij de kniepeesreflex schiet het onderbeen naar voren wanneer men er met een hamertje tegen de knie aan tikt. 5 delen van de kniepeesreflex zijn:
1. een motorisch neuron
2. een schakelneuron
3. een sensorisch neuron
4. een spier
5. een spierspoeltje
In welke volgorde zijn deze delen bij het optreden van de kniepeesreflex betrokken?
- ?3-5-4-2-1
- ?4-1-2-3-5
- ?5-1-3-2-4
- ?5-3-2-1-4
-
Waar in de synaps bevinden zich de blaasjes met een exciterende transmitterstof?
- ?In de synapsspleet
- ?Voor het pre-synaptisch membraan
- ?Na het postsynaptisch membraan
-
Gedurende de herstelfase kan er weinig of geen impulsoverdracht plaatsvinden, dit komt doordat er aan het einde van een actiefase de concentratie K+ -ionen en Na+ -ionen anders zijn dan in rust. Zijn er teveel K+ -ionen binnen of buiten de zenuwcel, en zijn er teveel Na+ -ionen binnen of buiten de cel.
- ?Teveel K+ -ionen buiten en teveel Na+ -ionen binnen de cel
- ?Teveel K+ -ionen binnen de cel en teveel Na+ -ionen buiten de cel
-
Hormonen die processen via een second messenger beïnvloeden hebben een langduriger effect.
Is deze uitspraak juist of onjuist?
- ?Juist
- ?Onjuist
-