1. Sommige organen zijn zowel aan het parasympatisch zenuwstelsel als aan het? zenuwstelsel verbonden. Dit wordt ook wel? genoemd. 2. Een? is een stof waarmee een impuls wordt doorgegeven. Voor het parasympatisch zenuwstelsel is dit?. 3. Hormonen kunnen hun werking op 2 manieren doen, door middel van? of door een?. De hormonen die door het celmembraan heen kunnen zijn?. 4. Hormonen die de werking van andere hormoonklieren beïnvloeden zijn bijvoorbeeld: ACTH dit hormoon beïnvloed de? en komt vooral vrij bij stress. 5. Neurohormonen zijn hormonen die onder invloed van? zijn gevormd. Deze hormonen worden ook wel? genoemd.